Interview met Dr. Alexandre Madoki: expert in heelkunde van de schouder en elleboog, en in traumatologie

Gepubliceerd op donderdag 14 maart 2024

Neem een duik in het inspirerende parcours van Dr. Alexandre Madoki, orthopedisch chirurg gespecialiseerd in de behandeling van de schouder en elleboog, en in traumatologie. Ontdek in dit interview hoe chirurgische precisie en geavanceerde technologie samenkomen om patiënten de best mogelijke zorg te bieden.

  • Kan u ons meer vertellen over uw professionele loopbaan en wat u naar de Iris Ziekenhuizen Zuid heeft gebracht?

Na mijn studies aan de UCL en verschillende ervaringen in Belgische ziekenhuizen en in Guadeloupe, heeft mijn specialisatie in schouder- en elleboogchirurgie mij gemotiveerd om een interuniversitaire opleiding te volgen aan de Universiteit van Parijs. Als Brusselaar was de keuze voor de Iris Ziekenhuizen Zuid voor mij vanzelfsprekend. Ik werd aangetrokken door de mogelijkheid om als schouderspecialist dicht bij huis te werken op de campussen Etterbeek-Elsene en Molière-Longchamp, waar ik in januari ben begonnen.

  • Vanwaar de keuze voor een specialisatie in schouderbehandelingen ?

De beslissing om mij te specialiseren in de behandeling van de schouder kwam voort uit mijn ervaring in mijn 3 e jaar als assistent, waar ik door gekwalificeerde chirurgen in contact kwam met deze discipline. Schouderchirurgie wordt vaak minder beoefend tijdens de opleiding van arts. Ik heb echter het geluk gehad om te werken met op dat vlak gepassioneerde en ervaren mentoren, en dat heeft me enorm gemotiveerd om me hierin te verdiepen.

  • U bent ook gespecialiseerd in traumatologie, kan u ons daar wat meer over vertellen?

Als orthopedisch chirurg is onze expertise in traumachirurgie inherent gezien de nauwe band tussen orthopedie en traumatologie. Dat laatste richt zich voornamelijk op spoedbehandelingen, zoals de onmiddellijke behandeling van pijn veroorzaakt door breuken ten gevolge van een val. Orthopedie richt zich daarentegen op patiënten met pijn en hardnekkige osteoarticulaire problemen die een behandeling op lange termijn vereisen. Dit leidt vaak tot een nauwere relatie met de patiënt, inclusief preoperatieve raadplegingen en kinesitherapiesessies.

  • Wat zijn de voornaamste types van pathologieën die u in uw dagelijkse praktijk behandelt?

In mijn dagelijkse praktijk behandel ik voornamelijk traumagerelateerde aandoeningen van de bovenste ledematen, zoals breuken en luxaties. Ik voer ook artroplastieken uit, dat zijn vervangingen van gewrichten, en behandel aandoeningen van de rotator cuff, een spiergroep die cruciaal is voor de schouderfunctie. Mijn specialisatie richt zich op de schouder- en elleboogbehandelingen.

  • Hoe kan u een veilige en efficiënte revalidatie voor uw patiënten verzekeren?

Om een efficiënte en veilige revalidatie voor mijn patiënten te garanderen, kies ik voor een proactieve aanpak. Als de operatie niet dringend is, leg ik de nadruk op het belang van voorafgaande kinesitherapiesessies. Dit bereidt patiënten voor op een sneller en minder beperkend postoperatief herstel. In het geval van een scheur in de rotator cuff is het bijvoorbeeld cruciaal dat patiënten, voor de ingreep, over een goede passieve mobiliteit beschikken om een optimaal postoperatief herstel te bereiken. Na de operatie waak ik erover dat de patiënt een aangepast revalidatieprogramma volgt. In het begin wordt de voorkeur gegeven aan rustige kinesitherapiesessies om immobiliteit te voorkomen en een optimale genezing te bevorderen. Op die manier kan de spier geleidelijk aan soepeler worden en beter reageren op de eerste spiercontracties.

  • We hebben onlangs kunnen zien dat chirurgen bij het plaatsen van een totale knieprothese kunnen rekenen op robotassistentie, maar hoe zit dat met de schouder en elleboog?

Ik gebruik geen robots voor schouder- en elleboogchirurgie, zoals dat wel het geval is bij totale knieprothesen. Ik doe echter wel beroep op preoperatieve scans, waarmee ik de best mogelijke sneden voor de prothesen kan plannen met behulp van het PSI (Patient-specific instrument). Dit concept vereist een grondige analyse, wat betekent dat we met radiologen moeten samenwerken om een preoperatieve 3D-scan van de patiënt te maken. Vervolgens selecteren we, afhankelijk van de botstructuur van elke patiënt, het meest geschikte implantaat en plannen we de herkenningspunten en chirurgische secties. Deze benadering is erop gericht om de precisie te verbeteren en de metingen tijdens de scan te reproduceren, op een vergelijkbare manier als bij robotassistentie.